BTW eenvoudig berekenen

BTW berekenen, hoe doe je dat?

In Nederland is het zo geregeld dat er verschillende belastingen worden berekend over inkomsten en uitgaven die we doen. Een bekende daarvan is de BTW. Wanneer we iets in de winkel kopen is het namelijk bijna altijd zo dat we hier BTW over moeten berekenen. Gelukkig wordt dit eigenlijk altijd al door de ondernemer van de winkel berekend, maar je wilt natuurlijk niet voor verrassingen komen te staan. Met die reden is het dan ook een goed idee om te weten hoe je Btw het beste kunt berekenen en dat laten we je verderop in deze tekst zien. Eerst gaan we uitleggen wat BTW is, waar Btw voor staat en waarom we in de winkel BTW moeten betalen.

Wat is BTW eigenlijk?

De afkorting BTW staat voor belasting toegevoegde waarde. De BTW wordt dan ook berekend als een vorm van omzetbelasting en dan de belasting die de Belastingdienst vraagt van ondernemers. De ondernemer is dan ook degene die in de meeste gevallen het bedrag berekend. De ondernemer is namelijk ook degene die dit bedrag moet afstaan aan de belastingdienst. Het bedrag wat hij berekend als BTW mag in geen gevallen gebruikt worden voor hemzelf. Hij mag dit dus niet gebruiken en ook niet zelf houden. Elk jaar is de ondernemer verplicht om aangifte te doen van de omzet die hij behaald heeft en dan wordt dus ook gekeken naar de belasting die hij heeft afgedragen naar aanleiding van de omzet die hij heeft behaald. Het kan dan zijn dat hij te weinig betaald heeft en hij nog aanvullend iets moet betalen of dat hij nog iets terugkrijgt.

Verschillende tarieven BTW

Er zijn in Nederland vier verschillende categorieën waar producten en diensten onder kunnen vallen. Zo is er allereerst een categorie die vrijgesteld is van alle BTW. Vervolgens zijn er nog drie categorieën wat betreft percentages. Dit zijn 21 procent, 9 procent en 0 procent. We gaan al deze categorieën doornemen.

De eerste categorie is de vrijgestelde categorie. Onder deze categorie valt bijvoorbeeld de gezondheidszorg, maar ook begrafenisonderneming. Daarnaast vallen kinderopvang en jeugd- en jongerenwerk ook onder deze categorie. Over deze categorie wordt geen BTW berekend en dit mag dus ook niet afgetrokken worden wat betreft de belasting.

De volgende categorie is de 0 procent categorie. Het verschil tussen deze groep en de vrijgestelde groep zit hem in het feit dat deze categorie wel afgetrokken mag worden van de voorbelasting. In deze categorie vallen niet veel producten en diensten, maar je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan internationale handen of internationaal personenvervoer.

De volgende categorie is de 9 procent categorie. De bekendste producten in deze categorie zijn voedingsstoffen en water. Wanneer je spullen koopt bij de groenteboer vallen deze dus bijvoorbeeld onder deze categorie en wanneer we BTW berekenen dan kiezen we voor het 9% tarief, maar ook bij een aantal andere producten. Denk bijvoorbeeld aan kunst of boeken. Ook werkzaamheden van kappers en werkzaamheden aan ee woning vallen onder deze categorie.

De laatste categorie is de grootste categorie van 21 procent. Onder deze categorie valt alles wat niet onder de andere categorieën valt. Alles in de supermarkt dus wat niet onder de andere tarieven valt, maar ook alles wat je koopt in een speelgoedwinkel valt onder de 21 procent btw. Daarnaast vallen dus ook de rest van de diensten die niet onder een van de eerdere categorieën vallen onder deze categorie.

BTW berekenen, hoe doe je dat?

Vervolgens gaan we nog kijken naar hoe je dit precies kunt berekenen. Meestal wordt dit wel gedaan door de ondernemer, maar wanneer dat niet zo is, kun je dit gemakkelijk zelf berekenen. De eerste manier is makkelijker met een rekenmachine. Je vermenigvuldigd dan het bedrag met 1,21 of 1,09. De 1,21 is natuurlijk bij 21 procent en de 1,09 is bij 9 procent. Stel je voor dat 10 het bedrag is en je dit vermenigvuldigd met 1,09 dan kom je dus uit op 10,90 euro. De andere manier is makkelijker uit het hoofd te berekenen. Bij deze categorie deel je het totaalbedrag door 100 en vermenigvuldig je de uitkomst met bijvoorbeeld 9. Ook dit is een makkelijker manier om de Btw te berekenen en kom je ook niet voor verrassingen te staan uiteindelijk.